AMALIA VAN SOLMS EN CONST ANT YN HUYGENS.
L. J. .1. HAGER A ATS.
Ik ontleen aan de zeventiende eeuw liefst eën vorsten-
steni. Al werden in onze republiek dé koningen niet
geduldal hield de gezindheid van het reptiblikeinsche
volk alle gedachte aan souvereiniteit verre, toch waren
er koningen, koningen van den geest en van het machtige
woord. En de grootste onder die koningen. Joost van den
Vondel, omvonkeld met de kroon van het genie, hij is
het, wiens woorden ik hier in uw geheugen wil terug
roepen. Hij heeft de 17e eeuw geteekend in dat vorste
lijke woord
e
DOOR
i) Improvisatie, gehouden in de vergadering van de vereeniging
„die Haghe” op Donderdag 16 April 1896. (Naar het stenographisch verslag).