242 AMALIA VAN SOLMS EN CONSTANTIN HUYGENS. den geheimschrijver van haren gemaal richtte, treedt het beeld dier edele vorstinne voor ons te voorschijn, en we kunnen haar zelve en haar leven, dóór die correspondentie, onder drie rapporten bestudeeren en bespreken, in ver band n.l. met haren gemaal, onder een rapport van huiselijken aard, onder een rapport van staatkunde, en ten laatste met betrekking tot de kunst. Een rapport van huiselijken aard. Er bestaan geen meer karakteristieke brieven van Amalia van Solms, dan juist die welke de vorstin richtte aan den geheimschrijver van haar gemaal, Constantijn Huygens, wanneer de prins zich in het legerkamp, op het oorlogsveld, bevond. Ze dalen af tot de kleinste bijzonderheden, ze vragen naar de meest intieme omstandighedenze toonen daardoor de grootste zorg en toegenegenheid, en geven blijk van de meeste liefde voor den afwezigen gemaal. Amalia van Solms daalt af tot bijzonderheden van huiselijken aardze drukt Constantijn Huygens op het hart, hoe hij moet oppassen, dat de prins des nachts niet uit de tent gaat, dat hij zich niet des nachts met oorlogzaken en plannen bezighoudt; dat de prins goed gekleed ga. naar het jaargetijde en naar de streek waar hij zich bevindt. Zoo spreken ze van liefde en van zorg voor den prinse- lijken gemaal in al die kleine, huiselijke, echtelijke be zorgdheid en raadgevingenen immer eindigen die brieven met de woorden, dat Huygens de vorstinne groote lijks zal verplichten, zooveel mogelijk, en altijd meer, mede te deelen van den prins-gemaal Constantijn Huygens heeft die wenschen, die toege negenheid van Amalia van Solms begrepen, en hare be langstelling steeds bevredigd. Zijne brieven zijn de antwoorden op de hare, en toch schitteren ze zóó van vernuft en puntige zeggingskracht, en munten ze zóó

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 421