247
AMALIA VAN SOLMS EN CONSTANTYN HUYGENS.
worden toegepast op Constantyn Huygens als staatsman.
Zijn blik in de politiek zag niet verder dan den Haagschen
hofvijver, en drong niet door in de toekomst: en zoo is
in het verschil, dat in den jare 1646 ontstond tusschen
Constantyn Huygens en Amalie van Solms, ontegenzeggelijk
de ruime blik en het scherpe doorzicht aan haar.
En dat dit waar is wat heeft naderhand de ge
schiedenis bewezen? Wat heeft hij vooral bewezen, die
met recht de grootste leerling van zijn grootmoeder zou
kunnen genoemd worden, de Koning-Stadhouder Willem
de Derde? Hij zag het juist in, toen hij het verbond
vormde van Europa tegen de heillooze politiek van Frankrijk,
toen hij Lodewijk den Veertienden beschouwde als het
gevaar voor onze Republiek en Europa. In hem en in
zijn daden heeft de geschiedenis het bewezen, dat Constantyn
Huygens mis-zag, en het gevaar niet bespeurde, dat
dreigde van Frankrijk.
En dat is juist de verdienste van Amalia v. Solms,
dat ze een halve eeuw vooruit dat' gevaar voorzien heeft.
Frankrijk had hier zijn agenten. Toen waren het de la
Tuileries en de Brussel, en ze deden alle mogelijke moeite
om Amalia van Solms gunstig te stemmen voor de Fransche
politiek en de plannen van Frankrijk’s Koning. En de
prinses antwoordde op de herhaalde conferenties, die zij
met de Fransche agenten had, op de meest voorkomende
wijze, sprak ervan, dat de vriendschap met Frankrijk niet
genoeg te waardeeren was, en betuigde met de meeste
beleefdheid herhaaldelijk’hare sympathie voor Frankrijk.
Maar toch, hare antwoorden waren zoo politiek en
meesterlijk gegeven, dat de agenten als ze thuis kwamen,
en de woorden van Amalia van Solms wikten, naar
Frankrijk moesten schrijven, dat ze zoo zeker niet waren
van die sympathie der prinses. Het ging ermede als met
alles hier beneden, ze was zeer relatief.