256
COMMISSIE, ENZ.
i) Sedert Juli 1646 werd Huygens, positie ondermeijnd.” (Jorissen.)
-) In zijn dichterlijk leven, vertaald door Loosjes, bl. 117.
Huygens zelf zegt van
.Toen heb ik met den Raad, en
En voor
In verband ook met de verkoeling, welke zich een zeer
korte spanne tijds, tusschen het Vorstenpaar en Huygens,
kort vóór, en dngeveer het overlijden van Prins Frederik
Hendrik voordeed, kwam het mij niet onbelangrijk voor
om de aanstelling van Constantijn Huygens tot Raad en
Rekenmeester bij Prins Willem III, in dato 21/22 October
1651 af te drukken.
dit ambt2)
onder ’t hoofdgeleide
Dier twee Vorstinnen weer mijn ouden post aanvaard,
En voor Oranje’s telg noch vlijt noch tijd gespaard.”
„Wilhem Hendrick, by der Gratiën Godts Prince van
Orange, etc. Allen den geenen die desen sullen sien ofte
hooren lesen Salut, Doen te weten, alsoo Wy mits ’t over-
lyden van Syne Hooch1, den Prince van Orange Onsen
Heer ende Vader Ho: Lo: Mem: noodich vinden eenige
bequame, welgequalificeerde ende vertrouwde Persoonen
te stellen, ende committeren tot Onser Rade ende
Reeckemeesters, Soo ist dat wy by deliberatie ende goetvinden
van Haere Co: Hoocheyt, mitsgaders van Syne Chur-
furstelycke Doorluchticheyt van Brandenburch ende van
Haere Hoocheyt de Princesse Douagiere van Orange, enz
Onse Hoochgeeerde Vrouw Moeder, Oom ende Groot-
Moeder als onse Tuteuren ende Voochden, Ons vertrouwende
op de erwarentheyt, cloeckheyt, suffisantie ende getrou-
wicheyt van d’ Heer Constantyn Huygens, ridder Heere
van Zuylichem, Zeelhem ende T Munnekelandt, etc. als
hebbende den voorn. Staet ende Ampt van Raedt Ordinaris