264: HUYGENS TE ORANGE. verliet, „Nooit wordt ook naar waardij Vorst Kareis gunst I geprezen, Zoo mild aan mij betoond, als de uitkomst heeft bewezen. De diamant alleen biedt aan den diamant, Daar ’t al voor hem bezwijkt in sterkte, tegenstand. Niet anders zal een Vorst, nooit in den strijd verwonnen, Een’ on verwonnen Vorst alleen bewegen konnen. Tot staving van zijn’ pligtzoo zwichtte Lodewijk Voor de overreding van den Vorst van 't Britsche Rijk. Ziet, zooveel baatte ’t mij, dat ik hoe lang geleden. Den drempel van het Hof der Britten had betreden, En. bij den ommegang en hoflijk onderhoud, Eer als een landgenoot dan vreemdling werd beschouwd. .Besteedde ik aan de reis ter zee slechts weinige uren, In Frankrijk weêrgekeerd, moest lang de landreis duren Naar ’t Prinsdom van Oranje: o, doelwit van mijn togt, Daar ’k uw teruggaaf aan den Vorst bereiken mogt. ’k Moest u bezoeken en uw’ staat, zoo diep vervallen, Herstellen, bij ’t herstel van poorten en van wallen, ’k Moest zorgen voor den vorm der oude heerschappij, En om den Raad en ’t Volk, van overheersching vrij. Niet langer door ’t geweld der wet te laten drukken, Door meesters ingevoerd, aan wie ’k hen mogt ontrukken. Zoo keerden met de Wet en Staatsvorm van weleer De goede zeden van Oranjes Burgers wéér. „Ik zag mij tot Lions gevoerd met eenen wagen. Vier rossen, in ’t gareel bij wisseling geslagen, Verrigtten hunnen dienst met loffelijken spoed; Maar in een boot gestapt aan d’ oever van den vloed, De Rhone, zoo beroemd door d’ afloop harer baren, Dat ’k hem geen’ landstroom zag in snelheid evenaren, Bereikte ik, onverwachts. Oranjes grondgebied, k Zag, toen 'k den bodem van mijn vaartuig naauw

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 443