283
HET HAAGSCHE BOSCH.
Wij gelooven trouwens dat die voerweg ook al niet
van de beste was, de platen en prenten vertoonen toch
geweldige oneffenheden, ongeregelde boomgroepen, zicht
baar diepe wagensporen, in één woord een waar jacht
terrein, alwaar bovendien de grond sterk omwoeld werd
ten einde turf te delven of de laagten met zand aan te
vullen. Meermalen werd het bosch ook door stormen
geteisterd, zooals o. a. in 1439, 1464, 1480, 1482. 1493,
1532, 1596 en vooral 22/23 Januari 1576 toen 300
eiken omwaaiden.
Er liepen slechts weinige paden door het bosch en de
richting van de meesten is aan gissing onderworpen,
alhoewel zij in het noordoosten samenkwamenhet noor-
derpad was waarschijnlijk het hooge voetpad tegenwoordig
Filosofenpad genoemd het kerkpad, de middelweg bestond
stellig ook reeds van vroege tijden, en in de lage zuid
westelijke gedeelten bleef zeker geen enkel wegje in stand,
zelfs de statige Jacobalaan is eerst veel later aangelegd
dwars door het bosch voerden ook slechts enkele onge
noemde paden.
Oudtijds liep een beek door het bosch, doch ofschoon
men er sporen van terugvindt is die eigenlijk geheel
vergraven, en de Kleine of Beekvijvers in het noordelijk
gedeelte herinneren er nog aan.
Het bosch was volstrekt niet toegankelijk voor de
Haagsche bevolking, aan alle zijden afgesloten, doch had
toch verschillende ingangen, gelijk wij reeds zagen; de
hoofdtoegangen waren evenwel de eigenlijke Bosch-,
Voor- of Westpoort, staande ter plaatse van den tegen-
woordigen schouwburg. Grrafelijkheidshuis genaamd, en de
Oostpoort, thans nog als Boschhek bekend, nevens het
Roomhuis, juister Willemsoord geheten.
In dit afgesloten bosch werden twee kapellen gebouwd