284
HET HAAGSCHE BOSCH.
en stond
geplaatst,
"ken
prijkte niet de
van der
zeer vroegtijdig de
i den Bezuidenhout-
een geliefd
oude Hagenaars, waar
de oudste was de Groote St. Anthoniskapel
waarschijnlijk waar thans de boschwacht is
zij is reeds in 1576 afgebroken, ontving belangrijke
onderstand van de Grafelijkheid en J1
afbeelding van de 12 Apostelen, door Jan
Mije uit een schoonen eikenboom vervaardigd, voorts
met twee deuren de legende van St. Anthonius
vertoonend. De andere St. Anthoniskapel was veel kleiner
en van later dagteekening (omstreeks 1560 gesticht) en
stond waarschijnlijk aan den middelweg dicht bij de plek
waar thans de opzichter van het bosch woont, maar meer
nabij den Oudenmannenheuvel” ook deze kapel is spoor
loos verdwenen. Zij deed vermoedelijk dienst als plaats
van boetedoening voor de boschdieven, en werd bewoond
door een kluizenaaralthans als zoodanig worden vernield
broeder Joris Willemsz en Jan Druyt.
Voorts vond men in de 14e en’ 15e eeuwen „’t Witte
huis” tusschen wagenweg en middelpad met onbekende
bestemming, bij de beek een Valkenhuis en elders een
stal voor de honden; ook was een plaats afgebakend
waar „de Graaf den bal sloeg.” Als bouwwerken blijven
dan nog alleen over te vermelden een reeds in 1506 ver
dwenen kruis en een halve galg, beide aan de noordzijde
eindelijk nog iets voor ons onverklaarbaars: „gemaect,
beslagen en gelevert een geltblock in ’t bosch tot onzer
vrouwe te veijnster starre, met een nyeuw hangende sloot
en de sloetel.”
Vermoedelijk bestond ook reeds
herberg het Rad van Avontuur, aan
schen weg, ter plaatse van de Bonte koe,
uitspanningsoord voor jonge en
ook werd gespeeld en gedanst.