28!)
HET HAAGSCHE BOSCH.
heette, waarschijnlijk naar de reedsgenoemde kaak of galg.
In Frederik Hendriks tijd bestond de schoone Jacobalaan
nog niet, de beukenplantage derhalve ook niet, maar
zoowel deze Vorst als zijne gemalin, Amalia van Solms,
hadden blijkbaar veel liefde voor ons lustoord, anders
ware het Huis in ’t Bosch nimmer gebouwd, doch er
moest toen nog veel veranderen voor dat men tot den
tegenwoordigen toestand geraakteop het zorgvuldige
kaartje van Cruquius van 1712 komt de Laan van
Nieuw-Oostindië evenmin voor als het Controleurslaantje
dat van het buitenverblijf Zuiderbosch naar den Leidschen
weg voerde, tusschen de tegenwoordige Vijvers door,
blijkbaar was de Oostzijde minder gelukkig bedeeld dan
de West- of Noordzijde, vanwaar reeds een paar wegen
duinwaarts gingen
Die laan van Nieuw-Oostindië, aldus genoemd naar
een herberg aan de Oostelijke boschsloot. voert dwars
door het bosch recht op de laan van het Huis de Werve,
die tegenwoordig ook is herdoopt in laan van N.-O.
het Controleurslaantje liep iets noordelijker daarmede
parallel en dagteekent van ongeveer 1780, genoemd naar
Johan Blotelingh, controleur der Grafelijke domeinen,
eigenaar van Zuiderbosch, die vergunning kreeg een
voetbrug over de boschsloot te slaan, mits hij een koepel
met statigen gevel daartegenover deed bouwen. Die heer
schijnt invloed te hebben gehad, want terwijl de Bezuiden-
houtscheweg in 1740 niet verder dan de Laan van Nieuw-
Oostindië was bestraat, werd zulks in 1780 uitgestrekt
tot aan ’t eind van het Boschwat Amalia van Solms
niet vermocht, kreeg hij dus gedaan.
Zonder horten en stoten en vooral zonder veel scherpe
resolutiën is het Haagsche bosch niet geworden wat het
nu is, een kalm natuurgenot aanbiedend lustoord, indien
19