302
HET HAAGSCHE BOSCH.
wettige afstammelingen zijn dood zag naderen eischte hij
toch dat zijn broeder zou huwen en wees hem daartoe
op zijne nicht Amalia van Solms, die veel aan het Hof
verkeerde en door onzen Prins met oplettendheden werd
bejegenddoch Frederik Hendrik was in zijn verkeer
met de vrouwen nog al vlinderachtig van aard en was
meer dan eens gelijk men dat noemt met andere
prinsessen gedoodverfdintusschen hij begreep het gewicht
der omstandigheden, hij beet in dezen appel, die bleek
geurig en zoet te zijn. Zeer spoedig kwam het huwelijk
tot stand en de bruid maakte allerminst zwarigheden;
hoewel veel jonger dan de Prins, bewonderde en beminde
zij den fermen en hoffelijken man, die zich ook door een
zeer gunstig uiterlijk onderscheidde, terwijl hare betrek
king als hofdame bij de verbannen Koningin van Bohemen
en de omstandigheid dat hare ouders slechts een klein
vorstendom maar een groot gezin (14 kinderen) bezaten,
wellicht ook de toestemming vergemaklijkten. Merkwaar
dig is het, dat zij zoodanig haar geluk gevoelde, dat de
zinspreuk: „quid reddam Domino” wat zal ik den
Heer vergelden voor Zijne weldaden op den dag van
het huwelijk door haar werd gekozen. En Prins Frederik
Hendrik was ook spoedig recht tevreden over zijn besluit
Amalia, was niet alleen welgemaakt, kloek en innemend
van gelaatstrekken, maar tevens schrander en verstandig,
zedig en bevallig, zoodat zij aanvankelijk de gunst won
van volk en hooggeplaatste!!.
De Prins was niet alleen krijgsoverste en staatsman,
maar ook groot kunstliefhebber en wist schitterende
feesten en tournooien te geven, waartoe bijdroeg dat vele
buitenlandsche edellieden hier de geheimen der krijgskunst
kwamen leeren van den voortreffelijken bijna onover-
winlijken veldheerlater matigde men deze praalvertooning