305 HET HAAGSCHE. BOSCH. „en fist, projectant mesme de restreindre le bastiment, „en sorte que la salie eust esté salie et entrée et toutes choses, retraicte des laquais et des honestes gens. Mais „enfin la justice s’est trouvée du costé de V. A. qui, je „m’assure, trouvera tout contentement dans la joincte”. Niet alleen gaf de Prins dus toe', dat de ontworpen ruime, hooge, achthoekige zaal omringd werd door de noodige vertrekken om haar te vrijwaren tot verblijf der lakeien en dergelijken te strekken, maar later zien wij beide echtgenooten recht huiselijk overleggen hoe de Oranjezaal moest worden versierd: gelijk wij zullen bespeuren speelde Huygens voortdurend een groote rol bij dezen bouw. Het begin van alles was de verkrijging van den noodigen grond, die 18 morgen en 470 roeden groot was en aldus omschreven werd: „eene parthye van seeckere elstackere, „weye, valleye ende wildernisse, gelegen op 't oosteynde „van ’t Haagsche bosch”; men kan hieruit opmaken de wandelaars er niet veel door verloren en de vraag werd dus 17 Mei 1645 toegestaan door de Kamer van rekening van Holland’s Grafelijkheid, na ingewonnen consideratiën van den Prins en oculaire inspectie „sonderlinge dat dit werck sonde mogen dienen tot voedinge van goede lust ende dispositie van hare Hoogheid”, wijl de afstand van den grond door de Prinses werd verlangd „tot hare recreatie, exercitie ende oeffeninge te veranderen soo in plantagie als betimmeringe, soo sij ’t selve t’ haerder vermaeck dienstich sonde vinden.” Jacob van Campen schijnt de ontwerper, Pieter Post de uitvoerder te zijn geweest, en de eerste maatregel was de ophooging van den zeer moerassigen bodem en toen het graven van de omringende grachten met het daarvan onafscheidelijk aardwerk. Onverwijld werd daarop aange- 20

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 486