306 HET HAAGSCHE BOSCH. vangen met den bouw zelf, waartoe de beide zijvleugels niet behoorden, daar die er eerst door Prins Willem IV aan worden toegevoegd, Men beweert weleens dat Amalia de schepping van Maria de Médicis, het Luxembourg, heeft willen overtreffen, althans evenaren, maar wij kunnen dit niet gelooven, al ware het alleen omdat hare beperkte financieele krachten de volvoering van zulk een stout plan niet toelieten, terwijl zij buitendien nimmer Parijs bezocht hebbende, zelve geen vergelijkingen kon maken. Intusschen is het zeker dat zij wel alles inspande om iets schoons te scheppen: de beroemde bouwer van het Amsterdamsche raadhuis, van Campen. de zorgvuldige en smaakvolle Post, de talentrijke en veel bereisde Huy gens waren jarenlang hare getrouwe helpers, de kunstzin van Frederik Hendrik en van Johan Maurits van Nassau werkte ook mede om wat edels tot stand te brengen onder anderen betrappen wij de beide Vorstelijke echt- genooten dat zij zeer consciëntieus een lijstje samenstellen van de portretten, die de galerij moesten versieren en als daarop noodwendig ook de naam van Amalia voorkomt, onder den titel van „Princesse d’Oranje la jeune”, voegt de Prins er ter verduidelijking bij „ma fame’7, daarmede tevens het bewijs leverende dat de historici gelijk hebben, wanneer zij zijn fransch niet onberispelijk vonden. De lijst zelve was eigenhandig door de Prinses geschreven en bevat enkele aanwijzingen, mede van hare hand, bijv.: Princesse de Bohème (Elisabeth, de vriendin van Descartes)”, en wat een recht aardigen indruk maakt de beste van al Frederik Hendrik". Zoo vermaakten die luidjes zich onder elkander op eene wijze die onze bewondering verdient, al zouden wij niet alle bijeenkomsten hebben willen bijwonenzelfs Huygens klaagt weleens dat hij zooveel moeiten voor

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 487