308 HET HAAGSCHE BOSCH. lusthuis werd dan ook 28 October van dat jaar aanbesteed voor f 48.000.dit betrof alleen den romp van het bouwwerk, want wij vinden verschillende rekeningen voor ingelegde vloeren, lambriseeringen, paviljoenen en derge- lijken, de tuinmuur alleen kostte f 17.000.bijna zooveel als het voorafgaande ophoogen van den tuin, die ook onderhanden werd genomen, en waarin het natuurlijk niet mocht ontbreken aan geschoren hagen, kunstige bloembedden, standbeelden en een doolhof. De regeering van ’s-Gravenhage was zoozeer ingenomen met deze schepping dat reeds in 1646 werd besloten den Bezuiden- houtschen weg, vroeger slechts een pad, met boomen te beplanten. De Prins mocht de voltooiing niet beleven daar hij den 14 Maart 1647 stierf, nadat Amalia en hare kinderen dagen en nachten aan het sterfbed hadden doorgebracht, badende in tranen, gelijk de kroniekschrijver meldt en zeer waarschijnlijk is want onze Frederik Hendrik was algemeen bemind en geacht en de staatkundige inzichten van zijn zoon Willem II boezemden weleens wantrouwen in, omdat hij volgens Groen van Prinsterer uit Fransch- gezindheid den oorlog met Spanje gaarne zou hebben voortgezet. Hoe dit zij, de Weduwe toonde duidelijk het groote verlies te beseffen door haar besluit nog vóór dat het lijk van haren geliefden en vereerden echtgenoot te Delft was bijgezet om haar lusthuis tot een mausoleum in te richten ter eere van den afgestorvene, waartoe zij dan ook spoedig maatregelen beraamde, door o. a. op de groote zaal een koepel te doen bouwen en het geheel tot een praalgesticht te hervormen, hoofdzakelijk met hulp der schilderkunstdat dit haar gelukt is, bewijst de omstandigheid er nog steeds met belangstelling door landgenoot en vreemde wordt kennisgenomen van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 489