314 DE JONGE CONSTANTIJN EN DE het kracht Vloten in Klassiek L. Panstheon 1865. 1) Editie van Korenbloemenen begrijpende den weemoeddie besloten ligt in dat „overige,” waar hij doelt op Filips, die op 23 jarigen leeftijd overleedis het ons ook duidelijk dat alle drie zonen oogappels waren van zijn hart en ziel. Met welk een klemmenden drang spreekt hij het drie tal in zijn gespierd proza toe. „Mannen Broeders! daer ick God voor danck, die U tot Broeders heeft geschapen ende onder mijne oogen tot Mannen laten opwassen; Broeders in vreughd van eendracht, mannen in kracht van jaren, van reden, ende van geen gemeene wetenschapick en bevele u-lieden dit werck nietmaer dit by-werck. Overleeft het my neffens u-lieden, verdedight my naer my, tegens die gene die ’t her-doopen moghten. Ick schaemde my daer over geseten te hebben; sulcks noyt en is geschiet. Heb ick’er over gelegenby slape-loose onrust, het kan supina diligentia [trage vlijt] heeten. Datter gestolen uren van wandelingh aen gehangen zijn, midden uyt den drangh van swaere besigheden ten dienste van de gemeene saeck, ben ick soo verre van t’ ontkennen, dat ick het u-lieden voor een lesse derve aenwijsen, hoe selfs de snipperingen van den dieren tijd niet verwaarloost moeten werden. Ick ontvange daér-en-tegen geern de vermaninge uyt u-lieden voordoen [voorbeeld], hoi zèloute ta charismata ta kreittona [die de beste graven najaagt], potuisse has horas minus perdi [dat ik deze uren minder hat kunnen verliezen]want ick voor winste reken van mijne kinde ren overtreft te werden, en heb altoos daer naer ge- wenscht. God stercke haer daer inen zij met haer in der eeuwigheyt.” Een Constantijn Huygens te overtreffenware zeker

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 495