331 van deze heuglijke HET HAAGSCH VERDRAG VAN 1795. XVII. Tot aan den Vrede zal er een gepast en bepaald aantal Troupes in de noodige Plaatsen blijven. XVIII. De Schelde en de Hond zullen gemeen zijn voor beide Republieken. De Fransche en Hollandsche schepen, zullen er op de zelfde voorwaarden mogen inlopen. XIX. De Fransche Republiek geeft aan de Nederlandsche over, alle de onroerende goederen van het Huis van Oranje, en die roerende goederen en meubelen, waarover zij niet zal beschikken. XX. Voor schadeloosstelling van de kosten des Oorlogs Honderd Millioenen in Geld of Wissels, volgends den afgesproken voet XXI. De Fransche Republiek zal haare goede Diensten bij Buitenlandsche Mogendheden aanwenden ten beste van de Vereenigde Gewesten, op dat de sommen betaald worden, welke haar voor den Oorlog verschuldigd waren. XXII. Geen schuilplaats te verleenen aan Fransche Emigranten, noch wederkeerig aan Oranje Emigranten. XXIII. Rectifecatie binnen twee Decades, of vroeger, zo mogelijk.” Het spreekt van zelf dat het vele goede dat verkregen werd, door dit verdrag, den fransch-gezinden Hagenaars stemde tot groote dankbaarheid en hen opwekte tot het betoon van openbare feestvreugde. Op de artikelen volgt dan ook het bericht dat op den middag „alle Staats en Stads-Collegiën geconvoceerd waren, ten einde dit heuglijk nieuws aan dezelve mede te deelen”. De Vaderlandsche Sociëteit was mede des avonds tegen 8 uur bijeengeroepen, „en dit verdrag door den Burger Repre sentant Swart met eene gepaste aanspraak aan deselve voor gelezen, bij welke gelegenheid men aan deselve tevens een Musicaal-Concert gegeven heeft”. Den anderen dag werd „uit hoofde

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 514