339
HET JACHTSLOT TER HORST, ONDER WASSENAAR.
«ogenblikken te kunnen verwijlen in de paleizen, waar de
veel beminde Prins Frederik der Nederlanden, zoo’n ge-
ruimen tijd leefde en werkte tot heil van velen. We
brengen dan ook gaarne een stillen groet van eerbiedige
hulde aan de nagedachtenis van dien Prins.”
De heer Dietz beantwoordde den voorzitter. Hij zou
onze erkentelijkheid overbrengen en was ook zeer gevoelig
voor de woorden tot hem gericht.
Omtrent de geschiedenis der paleizen deelde de voor
zitter het volgende mede.
„In de 17e eeuw was het Korte Voorhout, eertijds het
Kleine Voorhout genaamd, weinig of niet bebouwd.
Ten tijde, dat Jacob van der Does zijne berijmde be
schrijving van den Haag het licht deed zien bevonden
zich alleen aan de Noordzijde twee huizen. Het eene op
den hoek van de Princessegracht, het andere, het vroegere
Tapijthuis, op den hoek van het Smidsplein.
Later verrezen er ook gebouwen aan de Zuidzijde,
waarvan twee huizen, van den hoek der Princessegracht
af, tot aan het gebouw van het Provinciaal Gouvernement,
de tegenwoordige paleizen vormenzij het ook dat er
veranderingen en verbouwing plaats had.
Omtrent het hoekhuis valt betrekkelijk weinig mede
te deelenhet heeft zijn ingang aan de Princessegracht,
en werd eertijds bewoond door den Pensionaris van Slin-
gelandt. Later woonde er tot aan zijn dood, in 1815, de
Heer Johan Meerman, een verdienstelijk Nederlandsch
letterkundige, die in dat huis o. a. Klopstock’s Messias,
in hexameters, vertaalde, en wiens kostbare boekerij werd
aangekocht door den Heer van Westreenen van Tiellandt,
aan wien we het Museum Meermanno-Westreenianum te
danken hebben.
Oorspronkelijk was stichter van het huis de Griffier