359
HET JACHTSLOT TER HORST, ONDER WASSENAAR.
Barta
Uyt kragte van welk handvest de voors. goederen
wel moesten succederen op Arent van Duvenvoorde
oudste soon van voors. Philips de tweede en ’s Heeren
dogter van Stryendog niet anders als in feudumwant
hij werd daarmede verlyt door zijnen neeff (en niet, zooals
van Leèuwen, pag. 1153, abusive zegt, van zijnen oom)
Dirk de tweede van Wassenaar, oudste zoon van Philips
van Wassenaar en N. van Wateringen Jansdogter, welke
Philips was geweest de oudste zoon van Heer Dirk van
Wassenaar en Barta van Teylingen, verlyd by handvest
datum apud Hurstanno domini millesimo ducentesimo
quinquagesimo Octavo infra Octavas Pentecostes (en dus
niet in den jaare 1256, zooals S. van Leeuwen, pag. 1148
zegt) welk handvest bij Bockenbergius d. t. pag. 138
gevonden word en hier agter is gevoegt, sub litt-i C.
Daar welgemelde Dirk van Wassenaar, de tweede van
dien naam, en zijne vrouw Barta van Cuyk Burggravinne
van Leyden syne nigte, door welke, segt van Leeuwen,
het Burggraafschap van Leiden aan deszelfs descendenten
gekomen is, bij handvest van Plorens de vijfde, de
16“ Graaf van Holland, gegeven in October 1282. zelfs
verlyd worden met de goederen die zij van den Grave
te leen hielden, te versterven op zoonen en dogteren, te
weten zoons voor dogters en de oudste voor de jongste,
als te zien is uyt het voors. handvest by Bockenbergius
d. t. pag. 139 hier agter gevoegt sub litt' 1).
Dat nu onder die goederen het huys ter Horst getelt
wierd, consteert.
Dog Hoogstraten in zijn algemeen woordenboek op het geslagt van
'Wassenaar, in het byvoegsel, zegt, dat Gouthoeve en van Leeuwen Barta
van Cuyk, moeder van dezen Philips, ten onregte Burggravin van Leyden
noemen, maar dat Philips dat Burggraafschap bekwam, na doode van
zyn neeff Dirk van Cuyk, daartoe alleguerende de leenbrief in druk uit
gegeven door Matth. in dedic. Anon. Chron. Brab. b. 2. verso.