367
HET JACHTSLOT TEE HORST, OUDER WASSENAAR.
Hendrik deed, zijn vader dood zynde, by Hertog Jan
van Beyeren, Vrouw Jakoba en Hertog Philips van Bour-
gondien alle instantien om weder te krygen zyne gereg-
tigheid in het Burggraafschap van Leyden, die zijn vader
ontnomen waren, dog ISockenbergius zegt, pag, 152 „praeter
patri relicta, jureque beneficiario possidenda, nihil un-
quam obtinuit.”
Derhalve heeft Hertog Albert alle Philips goederen
niet verbeurt verklaart of' immers heeft hy hem sommige
van die weder teruggegeven, zooals onder anderen omtrent
ter Horst hierboven is getoont uyt de agreatie van
gemelden Hertog wegens de gifte door Dirk de derde
en voors. Philips zynen oudsten zoon, aan Dirk hunnen
jongsten zoon en broeder respective gedaan, welke goederen
dan ook na het overlyden van Philips op Hendrik zyn
oudste zoon zullen gekomen zijn, dog zal Hendrik daar
mede eerst in het laasst van zijn leven door den Grave
verlyd zyn, terwyl Philips Hertog van Bourgondien, den
11 September 1441 verlydende Jacob Heer van Wasse
naar, oudste zoon van Hendrik van Wassenaar en Catharina
des Heeren Jansdogter van der Gruythuysen met alle
zulke heerlykheden hooge en laage ambagtsheerlykheden,
tienden, thinsen, huysen, hofsteden, landen, renten en
goeden, als hem aanbestorven zyn by doode van Heer
Hendrik zynen vader, „daar de stukken en percelen, zegt
„hy, in een brief besegelt onder zynen segele, en ge-
specificeert en genoemt staan, die hy ons overgeleverd
„heeft, en in onse tresorie van Holland bestant is, NB. gelyk
„als de Heer van Wassenaer zyn vader voornoemt, die
„m 't laast van zyn leven van ons en ons Graafschap
„van Holland te leen hielt en die besat en gebruikte,”
zooals men dit genoteert vindt in zekere aanteyke-
ningen wegens de oudheid van ter Horst, pag. 14, en