394 HET JACHTSLOT TER HORST ONDER WASSENAAR. dien verkoop, waarvan copie hier En den 6 Mey 1766 verkoopt de Heer Kuffeler aan dhr. Cau het Riddermaatig huys ter Horst als te zien is by de voorwaarden van agter sub litta Dus hebben wy gesien, dat het immers sedert het jaar 1615 door deszelfs besitters als een Riddermaatig goed is geconsidereert, ofschoon, waarschynlyk door het in ongereede raaken van diversche Oude papieren, die wel- ügt in den brand van dit huys ten jaare 1393 konnen verbrand zijn, geene bewysen voop deszelfs Riddermatig heid kan allegueren, welk gebrek derhalve niet anders dan door de overlevering is konnen worden gesuppleert. Men vind egter in de Registerkamer van Holland in het re gister buy ten opgeteykent EL. 27 op fol°. 60 vs°. geregis- treert een handvest gegeven Vrydags na St. Martynsdag in den winter in ’t jaar 1356, bij Hertog Willem waarby denzelven Alfaer van der Hurst verlyd met dat huys ter Hurst, leggende tot Hurstweerde, waarby gem. Hertog onder anderen zegt „dat wij en onse nacomelingen hem ende zinen na komelingen zyn huys weder geven zullen ongescaet, „alse oorloge gedaen is, behouden onsen rechte dat onse „open huys blyven en onsen nakomelingen, als wy te doen hebbe,” welk handwest by copie autentiecq gevonden word onder de papieren van ter Horst in het paket L. en waarvan copie hieragter sub. litt Of wel den voors. Hertog by dat Handvest zegt „dat „Alfaer voors. dat Huys voors. van ons houden sal, ende „van onse nacomelingen te Lene. also dat niet versterven „en magh.'' soo schynt egter by vervolg van tyd dit Huys als een Regt leen geconsidereert te zyn, tot dat hetzelve by octroy van de Staaten van Holland van den 2 Sept. 1614, waarvan hiervoren is geconverteert in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 577