396 HET JACHTSLOT TER HORST ONDER WASSENAAR. volgden telonio, sub Thedosii Burggraviorum (quod en 3 letter B en hieragter gevoegt sub li tt!l drie blokken tienden. De landen nu aan het Huys ter Horst gehoorende en onder die koop begrepen, schynen geene andere als de 64 mergen leenland en den Heem werf te zyn, also er by de conditiën van verkoop van geen ander transport als voor leenmannen gesproken word, dus ook dese tiend- vryheid niet voegelyk kan verstaan worden zig verder geëxtendeert te hebben. De Heeren van ter Horst, te weten eerst de Heer Frederik Sluyskens, President in den Hove van Holland op den 27 Januari 1703 in deszelfs successeurs tot den tegenswoordigen Heer Iman Cau Heer van ter Horst inclusive, zyn successive door de Heeren van Wassenaer verlyd, een paar broedende swaanen te mogen houden aen en omtrent hunne wooninge en Hofstad ter Horst, gelegen onder Voorschooten, te houden van de Heeren en Vrouwen van Wassenaer en Zuydwyk tot een onsterfe- lyk erfleen te verkeergewaden met een jonge swaan offte 15 schell. daarvoor, zynde de originele verlytbrief daervan op de Heer Cau van den 26 Juni 1766 onder de papieren van ter Horst in het pakket P en copie daervan hier agter sub litta. Betreffende het regt den Huyse van Wassenaar tot het geven van dit verlyt competerende zegt Adrianus Junius, Batavia cap. 19 geallegueert by van Leeuwen, Bat, illust. pag. 1146, sprekende van de oudheid en het aansien van den Huyse van Wassenaer. „Quin et in usdem memoratur Engistus Radbodo genitus „reversus a Brittannica expeditione victor, pyrgum Lug- „duni, alveo Rheni imininentem (quem Leydffiburgum vulgus nuncupat) condidisse cum „imperatoris tempora, atque ex eo

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 579