VERSLAG van den toestand en de werkzaamheden der vereeniging „die Haghe” van Juli 1896 tot 30 September 1897. Ter algemeene vergadering van 1 Maart 1897 had de Secretaris het volgend verslag omtrent den toestand en de werkzaamheden der Vereeniging gereed, hetwelk echter wegens gebrek aan tijd niet werd uitgebracht, maar waaromtrent werd bepaald, dat het in het Jaarboekje zoude worden opgenomen. 1 Donateur. 7 Eereleden. 135 Werkende Leden. 125 Buitengewone Leden. 10 Gorrespondeerende Leden. Onder dit getal Werkende Leden zijn begrepen de heeren, die in den aanvang van dit jaar als zoodanig door het Bestuur werden benoemd en die benoeming aannamen, zijnde de Heeren M. II. Voldoende aan het voorschrift van art. 10 onzer statuten, dat den Secretaris voorschrijft in den aanvang van ieder jaar, een verslag omtrent den toestand en de werkzaamheden der Veree niging uit te brengen, is het mij eene aangename taak, om even als het vorige jaar, reeds dadelijk te kunnen constateeren, dat onze Vereeniging 'steeds langzaam doch met vasten tred vooruit gaat, en in bloei en aanzien toeneemt. Het bestuur bleef onveranderd, doch zal in dit jaar, volgens art. 5 der statuten de helft der bestuursleden aftreden, zoodat binnen kort de werkende leden tot het houden eener verkiezing zullen worden opgeroepen. Het aantal leden nam sints het vorig verslag aanmerkelijk toe, zelfs is het ledental belangrijk hooger, dan het was in Juli '1896, toen het verslag in het Jaarboekje werd afgedrukt. De Vereeniging toch bestaat thans uit: 2 Donatrices, H.M. de Koningin-Regentes en H.K.H. Mevrouw de Groothertogin van Saxen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 106