16 BIJLAGE B. 1) Van Febr. tot Juli 1624 was H. in Engeland. opgegeven uiterlijk tot 3 September. Zij ontvangen het Haagsch Jaarboekje voor 1897. en hebben overigens dezelfde rechten en ver plichtingen als de andere leden. Daar voor de Kerk en de Theaterzaal rekening moet gehouden worden met de plaatsruimte, zal men goed doen zich met bovenstaande opgaven te haasten. De Orde-Commissarissen, tevens Commissarissen van ontvangst, W. Baron Snouckaert van Schauburg, Daendelsstr. 11. G. H. J. GlJSBERTI HODENPIJL, Delft. R. F. C. Baron Bentinck van Schoonbeten, Dag. Groenmarkt 23. Ch. L. Devoir, Riouwstraat 136. Het Destuur van de Vereeniging „Die Haghé' A. J. Servaas van Rooijen, Voorzitter. Mr. J. B. J. N. Ridder de van der Schüeren, Secretaris. Dr. R. Krul, Penningmeester. L. J. J. Hageraats. P. Zwart. Mr. A. E. H. Goekoop. Wij zijn hier onder het gastvrije dak van den Heer Graaf van Bijlandt bijeengekomen, om eene plechtigheid te verrichten, welke, uitgegaan van onze Vereeniging. krachtens het besluit der Verga dering van 14 December 1892. - ten doel heeft eene alleszins ver diende hulde te brengen aan een beroemden Hagenaar, aan Constantijn Huygens, die in deze woning, met zijne veelgeliefde moeder en verderen familiekring, ongeveer een drietal gelukkige jaren zijns levens mocht doorbrengen. Ten minste indien we de enkele weken L) niet mede tellen, die de jongen staatsman en herbe, in het buitenland doorbracht. De Vereeniging „die Haghe” acht zich vereerd op deze wijze een eenvoudig monument voor Constanter, zooals hij zich zoo gaarne noemde, te kunnen aanbrengen, en we moeten daarom in de eerste plaats, ons geacht werkend lid. den Heer van Bij landt, onzen hart- grondigen dank betuigen voor de welwillende toestemming ons ver leend tot het doen inmetselen in den gevel van dit huis, van een sieen van graniet, welke in opschrift vermeldt, dat in deze woning de staatsman-dichter Constantijn Huygens in de jaren 1624 tot 1627 leefde en werkte.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 116