21 Wat besten oorber waer: gelaten of gedaen. My, Heere, laet vry gaen Myn’ roll is afgespeelt. en all wat kan gebeurea Van lacchen en van treuren Is mij te beurt geweest, en all wat beuren sal Sal ’t selve niet met all, En d’oude schaduw zijn van dingen die wat schijnen, En komende verdwijnen Wat wacht ik meer op aard, waerom en scheid’ ick niet? ’k wacht Heer, dat ghy ’t gebiedt. Maer, magh ick noch een’ gunst bij d’andere begeeren, Laet mij soo scheiden leeren, Lat yeder een die t siet. myn scheiden en het syn Wensch’ eener hand te zyn’’. Lichter, maar ook staatsman, en als zoodanig Oranjedienaar, Oranje- raadsman en Oranjevriend. Zoo willen we Constantyn Huygens ook leeren kennen. En dan hebben we ons maar even te herinneren, dat Constantijn Huygens. Secretaris der Prinsen van Oranje, in drie hunner geslachten, ook als Raad- en Rekenmeester, Vorst en land diende: dat hij talrijke gezantschapsreizen deed: dat hij Prins Frederik Hendrik in het leger volgde, en de Prinses-Louairière, en de Prinses-moeder, met raad en daad bijstond, in de voogdijschap over den jeugdigen Willem den Uien; dat hij gezien en gevierd was aan buitenlandsche Hoven, en eerbe wijzen ontving van Engeland, Frankrijk en Venetië; en dat hij al zijn tijd, zijn nachtrust zelfs, zijn genoegens, zijn huiselijk leven, op offerde en prijs gaf; en heel zijn talent, zijn vernuft en scherpzinnig heid ten oorbaar zijner Vorstelijke gebieders, en ten nutte van de rust en vrede der Republiek der Vereenigde Nederlanden, aanwendde eu besteedde. Huygens heeft van zijn groot Staatsmansbeleid. en van zijne warme toegenegenheid en toewijding voor het Huis van Oranje-Naussau, voornamelijk blijk gegeven door het herwinnen, voor den zoon van Prins Willem II. voor het vorstelijk kindskind^ zooals Huygens Willem III. den kleinzoon van Frederik Hendrik noemde, door het herwinnen van het Prinsdom Oranje, de parel van ’s Prinsen erf. ..Vier jaren, zoo getuigt hij vier mijner laatste jaren, Loor Hoven vol gewoel, door bergen en door baren, Loor stormen en zoet weèr, zijn door mij doorgebragt Om ’t eigendom van Hem te brengen in zijn magt’.’ Het was namelijk op den 7en Mei, van het jaar 1665, dat Constantijn Huygens, in den naam van zijn Vorstelijken meester en gebieder, zijn Hoogheid den Heere Prince Willem Hendrik van Nassau, gezeten op een tooneel, dat opgericht was tegenover den overouden muur van de Romeinsche Schouwplaats te Orange, omringd door het gansche

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 121