21 BIJLAGE D- O.a. zond Vondel hem het keurige gedicht, dat met eene zinspe ling op de heerlijkheid, waarvan Huygens heer was, aldus aan vangt „Is Zuylichem een stercke suyl, Hy wanckel niet, noch wroet den kuyl Van ’t graf, waer in zijn Ega leyt En slaept en wacht op de eeuwigheyd, Niet open, noch versteur Gods acker En roept syn lyckrou telkens wacker.” Maar de slag welke hem getroffen had, had hem eene ongenees lijke wonde geslagen. Hij is van Escauzijnschen hardsteen, zoogenaamd petit granitde letters en cijfers, en relief, in donkeren toon; de steen in zijn kleur. Tegenwoordig waren, behalve de gastheer, de Heeren Bestuurders A. J. Servaas van Rooyen, Dr. R. Krul, L. J. J. Hageraats, P. Zwart en Mr. A. E. H. Goekoop; verder de Heeren Th. Moeren. M. T. Philips als vervaardiger, en S. Vas Dias voor de pers. We zouden, indien we namen wilden blijven noemen, en namen wilden doen beitelen nog andere Huygensen lof en eer kunnen geven. De Huygensfamilie toch der 17e eeuw, met Constanter tot middel punt, vormt een eerbiedwaardig geslacht, dat aanspraak heeft op onze achting en waardeering, en naarmate we meer doordringen in hun geschiedenis en leven, en het huisarchief der Huygensen door pluizen. wordt het ons van oogenblik tot oogenblik duidelijker, dat de Hollandsche degelijkheid, „deege degelykheid”, zooals Huygens zelf heeft gezegd, in al den omvang en al de beteekenis van dat woord, de kern vormde van den familiekring der Huygensen en de hoofddeugd was in het karakter zijner leden. Die Hollandsche dege lijkheid toch is het hoofdbeginsel, het geheim van alles wat edel en waar is, van alles wat liefelijk is, en wel luidt. „We hebben de Huygensen niet verloren: zij blijven spreken en handelen. Hun stoffelijk verscheiden is voor ons het einde hunner levenstaak; het herdenken er van brengt de verheffende gedachte mede van de volheid van vele welbestede menschenlevens.” De gedenksteen, in den gevel van het woonhuis van den Heer Mr. C. J. E. Graaf van Bylandt gesteld, draagt tot opschrift Hier leefde en werkte CONSTANSTIJN HUYGENS 1624—1627.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 127