30 j vrage, ..Die Haghe”, >nt 1 bijzonder voor deze melodie, en ontving den volgenden dag een afschrift. Finantieele steun verleenden o. a. de heeren M. Mouton, die zich een groot deel der buitengewone kosten van het overgroot aantal afbeeldingen in het Haagsch Jaarboekje getroostte: Mr. A. E. II. Göekoop, Mr. C. J. E. Graaf van Bylandt. II. W. Mesdag. T. H. der Kinderen, e.a., terwijl de contributies van vele nieuw- toegetreden leden, de verkoop van introductiekaarten en feestprogramma's de kosten van den feestdag konden bestrijden. Ook de heeren W. C. Jeltes en A. J. H. van Rijn, haddén zich veel moeite getroost om het ledental der vereeniging te doen toenemen. Mei. van Niekerken werkte eveneens mede met haar voorarbeid voor liet plaatsbespreken. Ter gelegenheid van dezen feestdag had het Gemeente Bestuur de vlag uit den stadhuistoren uitgestoken. Eenige particulieren hadden dit voorbeeld gevolgd. Op enkele scholen was vacantie. Door de zorg van de vereeniging „die Haghe” w’as de Huygens- poort aan het begin van den Scheveningschen weg met groen en tropeeën versierd, en des avonds rijk verlicht. Een insigne was verkrijgbaar gesteld in de kleuren van Huygens die algemeen gedragen werd. De vereeniging „die Haghe” ontving op 4 September van het Ge nootschap Limburg te Roermond een telegram als hulde en instemming met het Huygensfeest. Ook de archivaris van Nijmegen bracht schrif telijk zijn gelukwenschen. Óp 30 September 1897 werd aan den voorzitter door zijne mede bestuurders in Restaurant Royal een diner aangeboden, waarop hartelijke woorden werden gesproken, o. a. door den heer P. Zwart het volgende sonnet: TOAST Op den President van „Die Haghe”. Ook mij zij ’t hier vergund, een woord van lof te spreken Op hem, wiens fiere moed in onvermoeid beleid Ons steunt en ’t voorbeeld geeft, wiens vruchtbre werkzaamheid Geen hinderpaal ontmoet, of weet er door te breken; Die tegen elk bezwaar met gloed en reden pleit. En aan zijn eigen vlam elks ijver weet te ontsteken; Pas is ’t, bij ’t Huygensfeest, op nieuw en klaar gebleken, Hoe strijd en weerstand hem slechts hoogere eer bereid. T< Heb nog geen naam genoemd. Als iemand het nog Dan vraag ik, wie de kracht, de ziel is van „Z?' En ieder roept terstond: Dat is de President! ’k Vat in een enkel woord geheel mijn lofspraak samen; Zoohi woord zegt dikwijls meer, dan honderd glorienamen. Vergeeft den ruwen klank: Mijnheeren. ’t is een vent P. ZWART.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 130