35
■volgen. Daartoe zullen we uitgaan van de onmiddellijke omgeving van
het kind. We beginnen met de geschiedenis van deklasse. Vervolgens
komt de Gesch. van de School aan de beurt, om als de omstandigheden
zich daartoe leenen tot de G. van de Straat en de omgeving der school
-over te gaan. Dan wordt uitvoerig besproken de G. van de woonplaats.
Indien het pad op deze wijze geëffend is, dan kan in de hoogere
klasse het eigenlijke onderwijs in de V. G. volgen.
Met het bepleiten van het goed recht dezer methode had ik meer
•succes dan ik had durven verwachten.
Uit verschillende plaatsen kreeg ik brieven om inlichtingen. Een
•enkele maal om voorlichting bij de uitwerking der door mij aangegeven
beginselen, doch meestal om aanwijzing van bronnen voor de plaatse
lijke historie.
Ik werd aangezocht om in een onderwijzers gezelschap te dezer
■stede mijn methode te bespreken speciaal met het oog op Haagsche
toestanden. Ik wees daarbij mijne collega’s er op, hoe voor de toe
passing der aanbevolen methode de scholen in onze stad in allergun
stigste omstandigheden verkeeren.
Wat de uitvoerbaarheid der eerste deelen van den leergang betreft,
n. 1. de geschiedenis van de klasse en van de school, daarin staan de
Haagsche Scholen gelijk met alle andere. Iets anders is het met de
historie der woonplaats.
Hebben vele steden en dorpen het leven geleid van een vergeten
burger, 's-Gravenhage heeft zich schier van zijne stichting af in het
•drukke leven van land en volk bewogen. Het heeft een eigen bestaan
-geleid. Het heeft strijd gevoerd om dat bestaan. Het heeft zijn tijd
van opkomst en bloei gekend, maar het heeft ook zwaar geleden en
is diep vernederd gewordenja het is den ondergang nabij geweest.
’s Gravenhage heeft een leerrijk verleden. De beoefening van zijne
geschiedenis is eene uitstekende inleiding voor het bestudeeren der
V. G. Hier waar de stad in zulk een nauwe betrekking staat tot de
geschiedenis van ons geheele volk, hier wordt men schier bij eiken
voetstap teruggevoerd tot een vroeger tijdperk van ’s lands historie.
Die historie is hier in hare groote mannen, in hare voornaamste
tijdperken, door de stoffelijk voorwerpen, die ons omringen als af
geschaduwd.
Er is nog meer, waarom ik onze Haagsche scholen gelukkig prees.
Naast rijkdom van stof, bezitten we overvloed van literatuur over
onze plaatselijke geschiedenis. Als zoodanig wees ik op de u bekende
werken van De Riemer, Cretser. Kroon en Van Stockum, op de Mede-
deelingen, het Jaarboekje van „die Haghe” en niet te vergeten op de
historische kaart met tekst van den heer Kuyper.
Het resultaat van dat alles is geweest, dat men op verscheidene
scholen Kroon en Van Stockum, benevens de zoo even genoemde kaart
heeft aangeschaft. Mij zijn een aantal Haagsche scholen bekend, waar
het eerste G. O. ongeveer in mijn geest gegeven wordt. Dat aantal
zou belangrijk grooter zijn, inclien de stof niet zoo verspreid lag,
waardoor het hoogst moeilijk en zeer tijdroovend is een geregeld