37
•9.
10.
i) Die toelichting wekte grootc belangstelling, (Redactie.)
Den Haar] bestond eenmaal niet. Schets van de landstreek tusschen
Leiden en ’s Gravenzande. Hoog en laag. Poelen en plassen.
Bosch- en geestgronden. Bewoners. - Steden en dorpen.
Verspreide hutten. Wild. Jachtvermaak. ’t Jachtslot.
Handvest van Floris den Vetten. Naamsoorsprong.
Het Binnenhof en zijn Stichters.Willem II wordt Roomsch Koning.
Hij bouwt een Paleis. Zijn zoon Floris V wijzigt het plan en
voltooit den bouw. Beschrijving van het Binnenhof. Het
inwendige van ’t kasteel. De bewoners. De levenswijze
der Graven en hunne Edelen. De instelling van de St. Jacobs-
orde. Willem II en Flores V en de Lijfeigenen. Tenslotte:
bezoek met de klasse aan het Binnenhof.
Hertog Aelbrecht, de Beschermer van den Haag. Het aantal be
woners neemt toe. Oorzaken daarvan. Bedrijven. De
handvesten van 13701377 en 1383. Hoeken en Kabeljauwen.
Vernedering van Delft. Rechtstoestand der Bevolking.
Het ^dorpe van den Hage"ten gare 1400. Het dorp heeft zich
uitgebreid. Buurten of Wijken. Straten. Grenzen der
Stad. Huizen. Toestand der straten bij dag en bij nacht.
Bevolking. Bronnen van bestaan. Kloosters, Kerken en
Kapellen. Godshuizen. De Leprozen. Rechtspleging.
Schutterijen. Volksvermaken.
Het Voldersoproer in 1454. Een vertelling.
Vergunt mij, dat ik dit Leerplan eenigzins nader toelicht. 0
Indien, zoo voortgaande uit de historie van onze stad, datgene be
handeld is, dat door den jongen leerling kan begrepen worden, ga
ik over, tot de Geschiedenis van het Vaderland.
De L. hebben zich nu leeren oriënteeren in den tijd en hebben een
historisch inzicht gekregen; bovendien zijn hun een aantal voorstellingen
■en begrippen eigen geworden, welke hun het opnemen van de meer
abstracte leesstof vergemakkelijkt. In dien tijd zijn ze ook voldoende
thuis geraakt op de kaart van Nederland, zoodat ze niet licht zullen
verdwalen op het terrein onzer Vaderlandsche historie.
De geschiedenis van ’s Gravenhage moet echter opnieuw dienst doen
om een des te helderder beeld van gebeurtenissen en toestanden te
•doen ontstaan. In de eerste plaats wordt telkens, wanneer daar aan
leiding toe is, verwezen naar het geleerde in den voorbereidenden
cursusvervolgens wordt een gebeurtenis of een toestand, die voor
het geheele land geldt, toegelicht door bijzonderheden uit de plaatse
lijke historie. Van historische personen wordt zoo mogelijk het woon
huis aangegeven. In deze verwacht ik veel van het Historisch Adresboek.
Voor zoover ’s Gravenhage het tooneel was van’s lands historie, levert
•de plaatselijke geschiedenis het decoratief van dat tooneel, waardoor
■de Leerlingen een levendig helder beeld der feiten erlangen.