38
Bij dit alles stuit men echter weer op een groote moeielijkheid»
Be stof welke we tot illustratie van de Geschiedenis des Lands be
hoeven. ligt zoo zeer verspreid, dat het veel tijd en moeite kost ze-
bij elkaar te lezen. Ik heb voor mijn school de gewone Handleiding-
voor de V. G. met wit papier laten doorschieten. Al wat mij bij de-
beoefening der geschiedenis van den Haag dienstbaar voorkomt,
teeken ik daarin aan on verwijs daar naar in den desbetreffenden tekst.
Zoo ontstond langzamerhand voor mijn personeel een geschikte weg
wijzer. Doch niet ieder heeft lust dit tijdroovende werk te doen en
zoodoende blijft het veld van die Hae/he. dat voor onze scholen zulk
een rijken oogst kan opleveren, braak liggen.
Het zou een dankbaar werk zijn een handleiding in het licht te-
geven, welke men slechts bij zijn onderwijs had behoeven op te slaan.
Doch ik heb het daar straks reeds gezegd, zoo’n woon plaatskundig-
werk zou een te zeer beperkt debiet hebben. Elke school toch zou
met een of twee ex. kunnen volstaan. Toch zou ik gaarne wenschen
dat op de een of andere wijze in deze behoefte werd voorzien. En>
nu meen ik er iets op gevonden te hebben, waarbij de school gebaat
zal zijn. Ik heb mij nl. in contact gesteld met een collega te dezer
stede, die op het gebied van school-uitgaven reeds zijn sporen heeft
verdiend, en wat meer zegt, die zich in den laatsten tijd mede zeer
interesseert voor de geschiedenis van ’s Gravenhage. We hebben het.
voornemen een Leesboek te schrijven over onze plaatselijke historie,
dat b.v. tot titel zou kunnen dragenDe Geschiedenis van ’s Gravenhage
in Schetsen en Beelden. In chronologische volgorde zou dit boekje-
moeten bevatten fragmenten van een verhaal van het ontstaan en de
ontwikkeling der stad, de maatschappelijke en huiselijke toestanden
in den loop der tijden, de historische gebeurtenissen van welke onze
stad het tooneel was. Het zou geschreven moeten zijn in een niet te-
kinderlijken stijl, zoodat het behalve voor een flinke hoogste klasse
ook genietbaar was voor volwassen menschen, die wel wat meer
zouden willen weten van hun geboortestad of de plaats hunner in
woning, doch lust noch gelegenheid hebben te gaan snuffelen in de
talrijke werken over onze locale geschiedenis. Het zal wel niet be
hoeven gezegd te worden, dat het bedoelde boekje strikt neutraal zal
moeten zijn; al wat andersdenkenden zou kunnen kwetsen, moet
angstvallig vermeden worden, zoodat het zoowel voor de bijzondere-
als voor de openbare school bruikbaar zou zijn.
Zal echter de uitgave van zoo’n werkje slagen, dan behoeven we-
daartoe de voorlichting en den steun van de vereeniging die TLaf/he.
Een flinke uitgever in onze stad wil zich met de uitgave van ons
boekje belasten. Ook kreeg ik van den Heer Mouton de voorloopige-
toezegging, dat ZEd. onder zekere voorwaarden de cliché’s uit het
„Haagsch Jaarboekje” ter beschikking wil stellen, indien het Bestuur
van die ïïaghe zich daarmee vereenigen kan.
De uitgave is dus zoo goed als verzekerd. Zullen wij of onze uitgever
geen finantieele schade lijden, dan moeten we eenigermate op eert
vrij ruim debiet rekenen. We twijfelen er niet aan, of het boekje zal