48 ’t vereenigde Terecht mocht van aan alle krijgskundigen Christen”, en verder: „De Doorluchte Frederik afgeslooft ten dienst Nederland, Hem geschreven worden „Gelijk Hij levende o een voorbeeld vertoonde van een volmaakt veldheer, alsoo stervende gaf hij het voorbeeld van een volmaakt van t vereenigde vermoeid door geduurige sorgen, afgemat in de wapenen heeft eindelyk de laatste schuld betaald aan de natuur; Is met een andere zege-wagen na de plaatse der heerlijkheid opgevaren, als die hem tusschen het gejuich der borgers en soldaten met lauwren van verslagen vyanden en overwonnen steden, soo meenigmael terPoorte invoerden.” Op 14 Maart 1647 „verloor Oranje een alderwyste Prins, Nassauw een nooit-vol roemde Graaf, ’t Vaderland de dapperste Veldheer, en Gij zoo wordt ’s Prinsen Gemalin, Amalia van Solms, toegesproken, U alderwaarste gemaal.” Welk een diepe vereering deze Vorstin haren Prinselijken echtge noot toedroeg, blijkt uit de heerlijke Oranjezaal van het Huis ten Bosch, welke de liefhebbende levensgezellin van Prince Frederik Hendrik stichtte ter vereeuwiging van ’s Prinsen roem en van Hare smart. Daarvan geeft ook getuigenis het latijnsche opschrift, door Con- stantijn Huygens aangegeven, waardoor het feit den bezoeker wordt herinnerd in de woorden „Amalia van Solms, de ontroostbare Weduwe, deed ter eere van haar onvergetelijken gemaal Frederik Hendrik, Prins van Oranje, dit gedenkteeken harer smart en harer eeuwig durende liefde, Hem ter eere oprichten.” Een mausoleum daar ginds in het Haagsche Bosch, gesticht door de liefde en eerbiedige vereering der vrouw; het Mausoleum der Oranjes, hier voor ons. waarin het stoffelijk overschot van den Prins rust, met en naast Zijn vader, zijn moeder, Louise de Coligny, Zijn broeder, en diep vereerde echtgenoote, die ons en ons voorgeslacht voorging in het huldigen van den zaligen doode. Stemt dit praalgraf ons tot een weemoedig herdenken, en gevoelen we ons klein en nietig bij het aanzien des doods, er rijst in dezen oogenblik een jubeltoon op in ons hart, indien we ons herinneren wat Prince Frederik Hendrik voor zijn land en volk was en deed; indien we kunnen erkennen, dat de aureool van roem en glorie, die zijn scherpdenkend hoofd bij zijn leven omkransde. ook dat land en dat volk sedert als met gouden glans heeft omstraald. De enkele herinnering aan dien grooten Vorst, op den dag dat hij voor *250 jaar in ’s-Gravenhage ontsliep, na bijkans het vierde eener eeuw als Stadhouder te hebben gewaakt en gestreden voor de repu bliek der Vereenigde Nederlanden. deze herinnering moet de hulde aan Hem te brengen, als een daad van de hoogste piëteit doen toe juichen en roemen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 148