4!J door uw en tijd en Ik veroorloof mij de vrijheid nog enkele woorden te zeggen, om in de eerste plaats onzen eerbiedigen dank te brengen aan Hare Majesteit de Koningin-Regentes, waar Hare Majesteit bereid werd gevonden om aan de Vereeniging „die Haghe” toestemming te geven tot deze huldiging van den Oranje-Vorst, Haar grooten voorzaat. Indien we ons herinneren, en wie onzer zou dat niet met erkente lijkheid en waardeering willen doen, indien we ons herinneren wat de Oranjes voor ons zijn geweest, en wat zij voor ons hebben gedaan, dan dringt de overtuiging zich tevens naar voren, dat wij, van onzen kant, nooit genoeg voor de Oranjes kunnen doen; dan huwt zich aan dien innigen danktoon voor Hare Majesteits belangstelling een anderen, die uiting verkrijgt, want wat on ’s harten grond ligt, dat welt ons naar de keel. door den geestariftigen uitroep: leve Koningin Wilhelmina, leve de Koningin-Regentes, Oranje boven! Inzonderheid is de Vereeniging „die Haghe” ook u dankschuldig, hooggeachte Heer Burgemeester van Delft, die in uwe qualiteit als- Commissaris van den Koninklijken Grafkelder w’el uw vollen steun wildet verleenen om deze plechtigheid het kenmerk te geven van een bedevaart naar het rustoord der Oranjes. Ik vind dan ook zeker wel instemming bij al de aanwezigen, indien ik u. de erkentelijkheid van de Vereeniging. waarin ook mijn persoonlijken dank ligt opgesloten, betuigende, de beste wenschen uitspreek voor u en uwe gemeente. Een Shakesperiaansche uitdrukking. het is kort geleden nog gezegd, doet bij den dood van Koning Hamlet hooren „Hier breekt een nobel hart; Goênacht mijn eedle Prins, Dat .Engelenkoren U ter ruste zingen.” Aan Prince Erederik Hendrik brengen wij dit „goeden nacht.” Onderwijl we de krans boven de grafplaats hechten, als eene hulde van de vereeniging ..die Haghe”. als eene hulde van u allen, stemmen de orgeltonen met het Engelenkoor in, waarmede de nagedachtenis wordt vereerd van den nobelen Prins. „Voor mijn Vaderland en mijn Vader”, dit was ’s Prinsen leus; „Voor Oranje en Nederland”, dit zij en blijve de onze. Prince Erederik Hendrik, wij treuren niet, nu we bij Uwe graf plaats staan; integendeel, wij juichen van ganscher harte. Gij zijt niet voor ons gestorven. Voor ons leeft gij voort door uwe daden, door uw genie, voorbeeld die opgeschreven zijn in het boek der historie, e eeuwigheid trotseeren. (K r a n s h e c h t i n g.) De plechtigheid der kranshechting als hulde aan Prince Erederik Hendrik is volbracht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 149