51
’s-Gravenhage, 1 Maart 1897.
BIJLAGE M.
Restauratie en ontmanteling
Z. H. en ’s-Grav. van 10 Dec. 1896, le blad.
1896, bl, 7, met de bijlagen, en II. Jaarb. v. 1897, bl. 8,
1) Zie II. Jaarb.
n;et de bijlagen.
'-) Sedert neemt daarin zitting, van wcge „Binnenl. Zaken”, de Heer Dr. P.
J. II. Cuypers.
Restauratie en ontmanteling van de GROOTE ZAAL
op het Binnenhof.
Door den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid is eene
commissie benoemd, ten einde Z. Exc. van advies te dienen ter zake
van het onderhoud en de eventueele herstelling van het Gerechtshof
en de Groote Zaal op het Binnenhof te 's-Gravenhage.
De commissie bestaat uit de volgende leden C. Muysken, ingenieur
architect te Amsterdam, tevens voorzitter; F. J. Nieuwenhuis, architect-
directeur der gemeente-werken te Utrecht; C. II. Peters, Rijksbouw-
meester in het le district der landsgebouwen; en D. E. C. Knuttel,
Rijksbouwmeester in het 2e district der landsgebouwen, tevens
secretaris (Ned. Staatscourant no. 216 van 13. 14 September 1896). 2)
In het Dagblad v. Z. H. en ’s-Grav. van 10 Dec. 1896, le blad,
werd daarop de volgende toelichting gegeven.
Groote Zaal op het Binnenhof.
„In verband met den bij de beraadslaging over de Staatsbegrooting
voor 1896 uitgesproken wensch. is door den Minister van Waterstaat
een Commissie ingesteld, met de opdracht om hem van advies te dienen
in zake het onderhoud en de eventueele herstelling van het Gerechtshof
en de Groote zaal op het Binnenhof.
De aan de commissie aanvankelijk gestelde vragen zijn de volgende
lo. Welke werken worden op dit oogenblik vereischt om de ge
bouwen in stand te houden en voor verval te behoeden, zonder in
eenig opzicht te kort te doen aan hun historische- of kunstwaarde,
of vooruit te loopen op hun definitief herstel.
Van den heer Versteeg Meulemans is tot nu toe geen bericht
ingekomen.
Hiermede mijne heeren meen ik mijn verslag te kunnen eindigen,
terwijl ik tevens de eer heb U de rekening en verantwoording aan
te bieden van gedane uitgaven ten behoeve der Commissie, ten be
drage van 89.23.
De Secretaris,
Th. MORREN.
