61
de werkzaamheden die-
en onderart. 118 zonder hoofdelijke
te scheppen dan er thans is: ik zou dit zeer ondoelmatig1 achten en
er nimmer mijne goedkeuring- aan hechten. Ik voorzie dat het wen-
schelijk is eene flinke algemeene restauratie van die gebouwen onder
handen te nemen, in verband met de bestemming- die men aan die
gebouwen wil geven of laten behouden; maar in afwachting dat de
ontwerpen daarvoor gereed zullen zijn en tot uitvoering zullen kunnen
komen, is er niet anders te doen dan wat strekt om den ondergang
te voorkomen. Daar ik bijgestaan werd door eene commissie van
deskundigen, die mij zeker bij deze zaak van grondig advies kunnen
dienen, meen ik dat het wenschelijk is aan
noodig zijn, uitvoering te geven. Geschiedde dit niet, dan zou men.
al correspondeerende, de zaak laten zooals zij is, tot groot nadeel
van de gebouwen die het geldt.
De beraadslaging wordt gesloten
stemming aangenomen.