7
BENE VORSTIN VAN BETEEKENIS.
dat van
kennis
gingen, zijn groote factoren geworden voor de organisatie
van onze inrichtingen tot welvaart.
Ook is de zorg voor de opvoeding van meisjes uit
alle standen een schoon gebied, hetwelk evenzeer als
de georganiseerde liefdadigheid, de daad en de
van Vorstelijke vrouwen in volle mate vraagt.
Daarbij komt nog, speciaal voor Weimar, dat de spaar
banken des lands, tot stand gekomen door het initiatief
der Groothertogin Maria, voor het grootste deel onder
het protectoraat der regeerende Vorstin staan.
Op het tijdstip dat de Groothertogin Sophie de plichten
van „Landesmutter” op zich nam, waren de organisatiën
dezer sociale belangen in hoofdlijnen aangegeven. Maar
hoezeer zijn die in de laatste veertig jaren uitgebreid,
en hoeveel nieuwe scheppingen zijn bij de bestaande
gevoegd
De Groothertogin was in den schoonsten en besten
zin van het woord behoudendaan piëteit voor het
doorleefde, verbond zij de bewustheid dat het beter is
beproefde inrichtingen, ook wanneer ze niet zonder
gebreken zijn, te behouden, dan ze door nog niet be
proefde nieuwigheden te vervangen.
Wel legde zij er dus gewicht op, het bestaande te
behouden, maar zij was niet af keerig van hervormingen,
als deze na zorgvuldig onderzoek gebleken waren noodig
en doelmatig te zijn.
Op deze wijze zijn alle instellingen tot leniging van
armoede en noodlijdendheid der maatschappij onder
hare leiding tot eene ontwikkeling gekomen, waardoor
zij eene veel hoogere beteekenis verkregen.
Zij zijn vermeerderd met omvangrijke inrichtingen
voor vorming van ziekenverpleegsters, voor ziekenver
pleging zelve, voor herstelling en verkwikking van