9
EENE VORSTIN VAN BETEEKENIS.
nage-
beslist
na, zoo
van hare handelingen; wat zij schiep, was naar een
vast plan overwogen en werd consequent uitgevoerd.
Dat niet Methode in vorm, Systeem in een „laten
gaan” ontaardde, daarvoor bleven de eminente geest
der Vorstin en de nauwgezetheid waarmede zij alles
naging, borg.
Alle rapporten werden door haar nauwkeurig
gaan en zonder tijdverlies afgedaan door een
en duidelijk te kennen geven harer inzichten,
noodig, zaakkundige lieden te hebben geraadpleegd.
Een zware arbeidslast rustte op de schouderen der
Groothertogin, daar zij naast de aangelegenheden van
publiek belang, ook hare eigene zaken, hare bezittingen
enz. zelf bestuurde.
Dat die arbeid hare krachten aangreep, is begrijpelijk,
maar zij vond in dien arbeid niet de gewone mensche-
lijke voldoening, maar die hoogere zedelijke bevrediging,
welke alleen een groote geest, die het leven in zijn
vollen ernst vermag op te vatten en te beoordeelen,
kan gevoelen.
Onder de grondregelen, die zij voor de ziekenver
pleegsters van haar Sophienhaus” neêrschreef, komt
de volgende voor, waarin zich het wezen der Groot
hertogin zeer karaktervol uitspreekt
„Het bewustzijn, het geschonken leven nuttig te be
steden, de christelijke plichten naar beste weten en
„krachten te vervullen, schenkt eene welgemoedheid
„diedoor zware beproevingen niet verdreven kauworden.”
Een ander dezer aphorismen luidt
„Zich zelf te beheerschen is een eerste vereischte
„voor degelijkheid en nauwgezette plichtsvervulling.”
Beide regelen geven een diepen blik in het karakter
der Groothertogin; men voelt hoe beide uit haar