Op ’s-GRAVENHAGE, in 1730. Tempe ryk En zulk een weidsche pruik Gelyk O, Eeuwig groene Haeg, omringt met lustwaranden, Die Vorsten doet ontbranden Naer uw belommert dak, waer op ’t gevogelt springt, En uwen luister zingt! van prachtprieel der nachtegalen 0, koor van vreemde talen 0, Weeldrig Paradys, waer ’t goude boomooft gloeit, En ’t zilver beekje vloeit Wie zag te Sidon ooit, hoe hoog ten top getrokken, Zoo’n krans met groene lokken? van groen fluwele blaên Op Romes schedel staen? d’ afgunst niet aengroeien van de Steden Nu zy dit vlek zien treden een Koningin, dat voor geen steden wykt, Met torenkronen prykt, En ryklyk is omstuwt met blinkende paleizen Wie ziet nu

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 194