NAAR AANLEIDING VAN HET 25-JARIG BESTAAN, ENZ. 23 timmeren de talrijkste, zoodat de eerste uitbreiding van lokaliteit en onderwijzend personeel dit vak gold. Daarop volgde uitbreiding van het onderwijs en de lokalen voor smeden en werktuigkundig teekenen, in verband met maatregelen, beraamd in overleg met de Besturen van andere ambachtsscholen, om de opleiding tot machinist voor de kleine vaart en de kleine industrie aan haar onderwijs toe te voegen. Tot den hiervoor noodigen bijbouw in staat gesteld door een gemeentelijke bijdrage van 10.000.werd daarmee tevens een beteren ingang naar de school verkregen, die vroeger veel te wenschen overliet. (Zie fig. 1 en den platte grond der school op pl. 2, met de aanwijzing van de gedeelten, die verbouwd en bijgebouwd zijn). De eerste uitbreiding dagteekent van 1882. In hetzelfde jaar vroeg het Gemeentebestuur aan de Regeering opheffing van de bij de wet van middelbaar onderwijs verplichte Burgerdag- en avondschool, onder aanbod van oprichting eener Hoogere burgerschool met 3-jarigen, naast die met 5-jarigen cursus. Van de Avondschool scheen geen sprakedeze had tot dusver slechts op papier bestaanhet heette, dat zij overbodig was door de avondlessen der Academie van beeldende kunsten alhier. Nochtans bedong de Regeering de instandhouding daarvanen toen nu bleek dat het hierop betrekkelijke programma >'an onderwijs moeilijk met dat der voor melde Academie was te verbinden, werd een van wege de Ambachtsschool aangeboden plan van inrichting aangenomen, om, afgescheiden van die school maar in hare lokalen, met behulp van haar onderwijzend per soneel en onder toezicht van haar Bestuur, de Burger avondschool te doen herleven. (Zie „Handelingen v/d Gemeenteraad; zitting van 25 Juli 1882).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 206