26 NAAK AANLEIDING VAN HET 25-JAHIG BESTAAN, ENZ. haar opgedragen onderzoek „naar de verbetering der opleiding van leerlingen in handwerk, ambacht en fabriek”. Deze commissie had de noodzakelijkheid eener wet op het leerlingwezen en der invoering van wettelijken leerplicht op den voorgrond gesteld, en, zich zeer ge reserveerd toonende in haar houding jegens de bestaande ambachtsscholen, aan ruime vermeerdering van teelten en burgeravondscholen de voorkeur gegeven. Voor standers van dit advies, „plus royalistes que le roi” gingen nu in voormelde vergadering voor laatstgenoemde inrichtingen propageeren ten koste der ambachtsschool, waarop vertegenwoordigers van dit onderwijs het ant woord niet schuldig bleven. (Zie nader het verslag dezer vergadering in „Het Dagblad” en ..Het Vaderland” van 22 23 Febr. 1885). Toen kwam deze kwestie in behandeling bij de Haagsche afdeeling der Maatschappij tot bevordering der bouwkunst, wier Hoofdbestuur in 1885 aan een commissie opdroeg, de vraag te beantwoorden: „Welke eischen dient men te stellen aan een goede regeling van vakonderwijs voor de handwerkslieden in de bouw ambachten (Aan het rapport dezer commissie, uit gebracht in 1886, heb ik in het Februari-nummer van „De Tijdspiegel” (1887) een afzonderlijk opstel gewijd waarom ik het hier verder onbesproken laat). Een commissie uit voormelde afdeeling vroeg mij een lijst van vertrokken leerlingen, met opgaaf van hun werkkring na het verlaten der school. Het waren er tot en met 1884, 93, met getuigschrift van wel- volbrachten 3-jarigen leertijd ontslagen. Daar er tot en met 1881, 467 leerlingen waren ingeschreven, hadden dus buitendien 374 de school bezocht, maar deze

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 209