46
en van haar verdere werkzaamheid veel goeds voor de
vakopleiding van den ambachtsman verwacht.
Aan zulke verwachting werd nieuw voedsel gegeven
door hetgeen Oudleerlingen verder deden. Hunne tijdelijke
vereeniging bij het herdenkingsfeest van het 20-jarig
bestaan der school had nog ten gevolge de stichting
eener blijvende Vereeniging van Oudleerlingen der Am
bachtsschool te ’s-Gravenhage, welke zich ten doel stelt
,,de bevordering van het ambacht in ’t algemeen en van
de belangen der leden-beoefenaars in ’t bijzonder”. (Zie
nader hare bij Koninkl. besluit van 4 Januari 1895
goedgekeurde statuten, en hare sinds dien tijd verschenen
jaarverslagen).
Begon alzoo het derde decennium onder gunstige
voorteekens (het cijfer der leerlingen was inmiddels
tot 200 gestegen, de nieuwe werkplaatsen waren weldra
gevuld, de uitbreiding van het onderwijs in metaal
bewerking toegepast op verschillende bedrijven, bleek
doeltreffend) evenals bij het begin van het tweede
tienjarig tijdvak maakten deze voorteekens weldra plaats
voor die van nieuwen strijd, ernstiger en algemeener
dan ooit te voren.
Aanleiding daartoe gaf het „Nationaal Congres omtrent
het vakonderwijs en de vakopleiding voor toekomstige
werklieden, in Nederland”, gehouden te Amsterdam op
17 April en 4 Juni 1895, met de vraag: „Verdient
in ’t algemeen de opleiding in de werkplaats of die
in de ambachtsschool de voorkeur? Voor welke am
bachten in ’t bijzonder is het eene of het andere stelsel
’t meest aanbevelenswaardig Is combinatie van beide
stelsels mogelijk en wenschelijk
Van de 13 vragen, dit Congres ter beantwoording
NAAR AANLEIDING VAN HET 25-JARIG BESTAAN, ENZ.