54
NAAR AANLEIDING VAN HET 2 5>-JARIG BESTAAN, ENZ.
aan hen, die daaraan ’t eerst
Edoch, laat ons bij dezen zorgvollen blik in de
toekomst niet voorbijzien de lichtpunten, welke deze
tevens biedt; lichtpunten, wier helderheid in ’t oog
moet vallen, wanneer wij het tegenwoordige met het
verledene vergelijken.
Ter vergemakkelijking hiervan zie de lezer thans
Bijlage VB eens in, bevattende een graphisch overzicht
van 18731897 omtrent het totaal der leerlingen, in
December van elk jaar, met hunne verdeeling intimmer
lieden, smeden, meubelmakers, huisschilders, beeldhou
wers (in hout en steen), machine-bankwerkers, koper
en blikslagers, instrumentmakers en diverse vakken
met practisch onderwijs buiten de school.
De lijn toont in één oogopslag het in de laatste
stond, het heeft onderzocht naar de beste wijze om
den leeraren een pensioen te verzekerende uitslag
van dit onderzoek en van deze overwegingen was alleszins
gunstig en verblijdendgetuige verder het Reglement
voor dit Pensioenfonds, dat in zijn geheel aan het
Verslag van 1896 is toegevoegd, en waaruit o. m.
blijkt, dat het noodige kapitaal wordt gevormd en
vermeerderd door
1kortingen van de salarissen van voormeld personeel
2°. schenkingen, legaten en verdere giften
3°. bijdragen uit het „Godonfonds”, door Oudleer-
lingen der school gesticht;
4°. gekweekte renten
Mocht dat kapitaal vooral door de sub. 2°. genoemde
bijdragen, weldra vermeerdering erlangen! Zonder dat
toch blijft de vrees dat de beoogde uitkeering nog niet
zal kunnen geschieden
behoefte zullen hebben.