71
HET SPREKENDE DEN HAAG.
Dat g’ Uw gelijke hier,
Zeg mij, is ’t boscli
9 Amsterdam. H.
2) Zie Haagsch Jaarb.
door Huygens zeker.
aan wolven door
dien strijd;
van wilde dieren wel bevrijd?
Sylva. Bosch.
Der beesten vroeger, thans der menschen dood, 2)
Leef ik voor lust en ben voor tweegevechten,
Een kampplaats, waar door ’t lood
De burgers hunnen twist beslechten.
De menschen worden vaak gelijk
Aula interior. Biniien-Hoff.
De Hofzaal, en Venus, en Mars, en het geld,
De fiscus, ’t Gerecht en de wetten,
Dit alles is mijnen de Haag is mijn tuin
Maar hierop gelieve te letten,
O Vreemdling! en dit is het beste:
’k Ben het hart der Geünieerde Gewesten.
v. 1891 blz. 28. Het mogelijk aldaar wordt
Incite. Borgh-wall.
Terecht beroemt gij U te zijn een wereldwonder,
0 Amsterdam, den Haag doet voor onder.
Maar ziet ge mij, erken dan onomwonden,
TT ’j’ 1 zoo niet Uw meerd’re, hebt
gevonden.
Via Sylvae nova. Bosch-kaede.
Tot hiertoe strekke zich het dorp die Haghe uit!
Niet verder schrijde ’t voort. Wil toch de rust niet storen
Der vogels en van ’t wild en van der nymphen stoet
Steekt g’ over deze gracht, dan is het bosch verloren,