72 HET SPREKENDE DEN HAAG. Open 'O van het hof worden afgereden. H. en bloot leg ik thans Toespeling op den naam van Huygens buitenplaats. 2) Ontleend aan een uithangbord met een Casuaris, boven een slecht befaamd huis. H. Zie ook H. J. v. 1897, blz. 342. 3) Huygens noemt hier den onbekenden man of vrouw, op wie hij het oog heeft, ook een „tweevoet,” Zie H. J. 1897, blz. 143. 4) Eigl. boomgaard. 5) Waar de w’agens 4) Pomarium. De Cingel. Do wagens van het hof zijn altijd hier te vinden Mij wees de Magistraat ze tot een renbaan aan. Jk ben thans singulier. Dat Cingélt toch mijn vrinden, Komt daar dan soms mijn naam vandaan? Aula exterior. Buyten-Jioff. De Heer van Hofwijk” D kan bewijzen, Dat men mij hooger dan het Binnenhof moet prijzen Een woord der oudheid zegt: De vrome mijde ’t Hof Dus, al wie vroom wil zijn, woont hier. Ziedaar mijn lof. 2) Via Casuaria. Casuaris-straet. ’t Vreemdsoortig tweevoetig dier of wel iemand R) niet uit den vreemde, Schonk mij den naam dien ik draag. Van een slop werd ik eind’lijk een straat, voor een ieder. Richt vrij Uwe schreden Tot mij, o jeugd, geen gevaar dreigt U als vroeger, alhier. Kondt gij hier vroeger vergaan. Het verrfer-gaan staat U thans open. Sinds men hier Venus verjoeg, is mijne schoonheid verhoogd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 257