79 HET SPREKENDE DEN HAAG. Maar Paris! niet meer naakt, ’t is Forum Vitularium. Kalver-marckt. Via Nobilis Idae. Jofj'rou-Iden ^-straet. Op Ida werd weleer door Paris recht gesproken, Godinnen waren toen, men weet het, ongekleed. En Venus won het pleit. Venussen zijn hier vele, ’lis nuttig dat gij’t weet. niet mijn klagelijk gebrul. mij iets loff’lijks opgesloten. Verwijt mij vrienden, i Daarin ligt zelfs voor Het Heilige Davidslied, 2) het schoonste dat men kent, Wordt door mijn „kalveren” besloten. Coemeterium. Kerck-hoff. 3) Heb eerbied voor mijn grond als rustplaats uwer dooden. Toch berg ik in mijn schoot, gebeent’ van elk allooi. Die ’t laatste oordeel wacht voor zijne euveldaden. Hier wordt het hem geveld, waar heel die Haghe rust. Via Catenaria. Ketting-straet. 4 Wie Venus mint, kan van mij leeren. Mij. die hem leidt tot Venus-straat. Vlak naast uw dwaasheid ligt een ketting, Bedenk u. voor gij verder gaat. Vermoedelijk een drukfout van Huygen’s uitgave. Juffrouw Ida van Dorp-straat. 2) Ps. 51. De monniken geeselden zich, naar men zegt, van miserere tot vitulos, onder het opzeggen van dezen psalm. H. 3) Tegenover het Gerecht (Stadhuis). 4) Toegang tot de Venusstraat II. Zoo genoemd naar een zekeren Ketting”, eigenaar van huizen aldaar.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 264