84
HET SPREKENDE DEN HAAG.
den pastoor.
Hoe hoog zich dan ook de trots mijner zusters moge
verheffen
Ik ben alleen onder haar de koninklijk-rechte weg.
Dezelfde.
Waag u niet op den stroom. Wie
een weg naar zee zoekt,
Bataven
Kieze mij tot zijn gids, ik leid hem veilig daarheen.
Suburra. liet Pad-mos. 2)
Meer dan ’t geheel is het deel. Is Venus de bron van
het schoone,
Dan moet geheel den Haag, wijken voor mijne pracht.
Maar neen, men geeft mij verkeerd den heiligen naam
van Pathmos.
Paphos is beter naam voor mij, daar Venus hier woont.
Via Sacerdotis. De Pape-straet. 3)
Laat u niet door mijn naam misleiden,
’k Ben noch voor Priesters noch voor Pausen aangelegd.
Er bevond zich vroeger een Kerkhof bij de Groote markt.
;Deze naam luidde eertijds Paddemoes. Zie ook in de Riemer het
gedicht van v. Vollenhoven.
3) De Papestraat leidde naar de woning van
Forum Boarium. De Onsemerckt.
De os is zonder schuld, heeft niets zich te verwijten
Toch wordt hij ’t offer van der menschen gulzigheid.
Maar dat die ossen toch niet ongewroken sterven,
Bewijst ons ’t kerkhof dat ons tot de markplaats leidt.