86 HET SPREKENDE DEN HAAG. Plantaria obliqua. Kromme Pooten. Hier leeft toch de Ad’laar en de slang D’ een met een niet bedriegt van de Maas Pooten zijn jonge wilgen of popels. In Huygens tijd en nog lang daarna ging het wonderlijk met planten toe, zooals men thans nog aan den Scheveningschen weg kan zien. Vermoedelijk heeft men voor dit einde bijzonder veel kromme pooten gebruikt. Thans Koediefstraat, naar Jan Koedief. 2) Vermoedelijk uithangborden. De slang van monster of draak. 3) Die men van plan was tot aan de Maas door te trekken. II. 4) De havenplaats. Men ziet hier een oud havenplan. 5) Met een dubbele rei linden omringd. II. Area Principis. - Prince-Pleyn. 5) Noch met uw linden, Voorhout! noch met uw stoute paleizen, Steekt gij wat aantal betreft, noch ook in boschrijkheid uit. Zangers weten van u niets meer dan van mij te verdichten, Achter mij, Achter mij staat 't alom gevierde Voorhout. Epidaurus was een Al wordt ik krom genoemd, zie niet laag op mij neder, Want d’ oorsprong van mijn naam, maakt inderdaad mij groot. van Epidaurus, 2) krommen klauw, d’aer met een krommen poot. Fossa Principis. Prince-Gracht. 3) O Maas, leen ons uw gunst. Als Ostia voor Rome 4) Zal ik eens zijn voor u, als ik uw stroom bereik. ’t Verdriet den Haag maar steeds de duinen te beklimmen, Het dorre zand maakt haar een dorstig mensch gelijk. Als ’t lot ons niet bedriegt en God het geeft, dan zullen De visschen van de Maas nog eens dit water vullen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 271