98
ARIJ VAN DER SPUIJ.
Bij het uitwerken dezer levensschets stuitte ik echter
op groote moeilijkheden. Van der Spuij’s geslacht is
nagenoeg geheel uitgestorven; nog slechts een enkele
telg is in leven, eene bejaarde dochter die in Duitsch-
land gehuwd woonachtig is. Op haar 24e jaar Nederland
verlaten hebbende, wist zij mij zeer weinig mede te
deelen, te meer daar de familie, na het overlijden van
haren vader, alle zijne papieren en documenten, die voor
zijne nakomelingen zonder waarde werden geacht, heeft
vernietigd. Vooral dit laatste is in hooge mate te be
treuren. Van der Spuij was tot het einde van zijn leven
voortdurend werkzaam, ook om oude herinneringen te
boek te stellen. Wie weet hoeveel, dat voor ons onder
werp van het hoogste belang was, is te loor gegaan
Daarbij komt nog ten overvloede dat slechts weinige
Hagenaars nog in leven zijn, die van der Spuij hebben
gekend. De enkelen echter die ik nog heb kunnen op
sporen, verleenden mij met de meeste welwillendheid
hunne hulp, waarvoor ik bij dezen hartelijk dank betuig.
Dit laatste doe ik ook aan allen die door hunne be
trekking in staat waren mij te steunen.
Volgaarne
mijne jeugd
’s mans
waar
heb ik die uitnoodiging aangenomen. In
van der Spuij zeer goed gekend hebbende,
veelzijdige verdiensten overtuigd, was
genot die oude herinneringen op te
het tegenwoordig levende geslacht bekend
1i aan grondige kennis, uit
nemend verstand en bijzondere werkkracht, eene groote
mate van nederigheid paarde, zoodat zijne verdiensten
dan ook alleen door zijne onmiddellijke omgeving en
door hen die met hem officieel in aanraking kwamen,
op den rechten prijs konden worden gesteld.
en van
’t mij een
diepen, en
te maken met iemand, die