100 ABU VAN DER SPUIJ. duidelijk v. d. S. leden of ongehuwd zijn 'gestorven, öf alleen dochters hebben nagelaten. Meerdere bijzonderheden betreffende de familie gelukte het mij niet op te sporen. Onze Arij genoot onderwijs in zijne geboortestad, en, blijkens zijn verdere leven, moet hij een zeer goede en vlijtige leerling zijn geweest. Hoewel hij zich in alle vakken, die tóen onderwezen werden, vlijtig heeft ge oefend, schijnt vooral de wiskunde hem sterk te hebben aangetrokken, en inzonderheid de meetkunde, waarvan, zooals wij zien zullen, zijn verdere leven de doprslaandste bewijzen heeft opgeleverd. Reeds op zeer jeugdigen leeftijd verliet Arij het ouderlijke huis voor ’s-Gravenhage. Bij wien hij aldaar gewoond heeft, en op welke wijze hij leefde kon ik niet ontdekken. Zooveel is zeker dat hij zich aan het onderwijs wijdde, aan de eene of andere school de Mathesis doceerde, en ook privaatlessen gaf. Bij ge legenheid dat hij zich, op zekeren dag, naar eene dezer lessen begaf, werd hij, in de Breedstraat, door een losgebroken, woedenden os 'op de horens genomen, en een eind ver gesmeten. Hij kwam terecht op een oud vrouwtje op de stoep van het toenmalige Bestedeling- huis (thans Bethlehem’s kerk). Die arme ziel werd nedergeworpen, en brak beide beenen, aan de gevolgen waarvan zij overleed. V. d. S. kwam er ongedeerd af, doch had zijn behoud te danken aan het dikke cijfer boek van Jacob de Gelder, dat hij op de borst onder zijn jas had geknoopt. De hoornindruk was 1 zichtbaar in dat boek, dat natuurlijk door bewaard, en ook wel door mij gezien is. Door zijne betrekking kwam v. d. S. herhaaldelijk in aanraking met den heer B. Spoelstra, schoolopziener

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 286