112
AHU VAN DER SPUIJ.
Zie de vroegere Haagsche Jaarboekjes.
Wat een
1249,
1853, dus toen hij even oud was, en het derde, het
Bosch in 1865 is door hem geteekend op 84-jarigen
leeftijd. Alles even schoonalles even nauwkeurig
werkkrachtVerder een kaartje van Den Haag
in 1249, van Christoffel Maeghe, met opmerkingen van
v. d. S.door hem zelven even fraai gekopieerd; be-
hoorende bij
5°. aanteekeningen betreffende het Haagsche Bosch
„door A. v. d. Spuij” (Afschrift) groot 61 bladz.
Deze aanteekeningen bevatten de geschiedenis van
het Bosch van af de oudste tijden.
6°. Het ware betreffende de Laan van N. Oost-Indië.
De bezitter van het Oude huis „te Werve” of „klein
Matenes, N.-waarts bij Voorburg gebouwd omstreeks
1440, heeft het recht van tol voor rijtuigen en voet
gangers te heffen op de laan die naar genoemd huis
geleidt, De ware naam dier laan zou dus moeten zijn
„Werve-laan”, als behoorende tot het huis van dien
naam, doch het verlengde gedeelte, zich uitstrekkende
over de Boschsloot in het Haagsche Bosch, draagt met
recht den naam van „Laan van N. Oost-Indië,’' naar
eene herberg van dien naam, die in 1711 nog bestaan
moet hebben, en waarvan de gedeeltelijke fondamenten
bij het bouwen der steenen brug over de Bosch-sloot,
in 1820, nog gevonden zijn.
7°. De groote beukenlaan, ten onrechte „Jacobalaan”
genoemd, is eerst na 1712 aangelegd.
8°. Het zoogenaamde „middenpad” tusschen het
paardenpad en het middenslag werd, in 1820, over de
geheele lengte verbreed, en, toen het gereed was. door
Koning Willem I in den vroegen morgen (Z. M. hield