129
ABIJ VAN DER SPUIJ.
9
geheel ander voorkomen dan tegenwoordig het geval
is. Haar water was toen bijzonder zuiverzelfs werd
er genezende kracht aan toegeschreven. Tevens was zij
vrij rijk aan visch. Zij ontsprong Z. W. uit het duin,
liep naar den Scheveningschen weg, doorsneed dien,
kwam te ’s-Gravenhage, liep vóór of onder de huizen
van Koordeinde, Hoogstraat en Achterom, en vereenigde
zich met de. Hofgracht, om zich dan, langs Hofstraat,
Poten en Blijenburg naar de zijde van Bezuidenhout
te ontlasten.
Sedert het stellen van het stoomgemaal bij Hanen
burg in 1845 46, en het graven van het kanaal daar
heen, is zij, in plaats van een beek van levend water,
eene waterleiding geworden. Ten tijde van Cats hield
zij veel meer water dan in lateren tijd, waarop, naar
het schijnt, de afzanderijen naar de zijde van Loos-
duinen van invloed zijn geweest. Hoogstwaarschijnlijk
zijn hierbij echter ook andere oorzaken in het spel
geweest. Immers wij herinneren ons uit onze eerste
jeugd dat, lang vóórdat van de afzanderijen sprake
was, de beek langs den Scheveningschen weg, vóór
Buitenrust en Rustenburg des zomers nagenoeg altijd
geheel droog stond, waaruit blijkt dat reeds toen veel
minder water door de duinen werd geleverd.
5°. Het stellen van het stoomgemaal bij Hanenburg
in 1845 46, op last van Willem II. Dit stoomgemaal
dient om in het gemis van natuurlijke voeding der
beek te voorzien. De duinen toch brengen, zooals
gezegd is, geen of weinig water meer in deze laatste.
Het stoomgemaal nu maalt het water uit Delfland’s
boezem in de beek, die het weder naar den Hofvijver
brengt. Vóór het stoomgemaal werd dit werk door een
windmolen verricht.