130 AKIJ VAN DER SPUIJ. De portefeuille bevat nog eene interessante memorie van v. d. S. betreffende het bovengenoemde kanaal. Wij laten hier deze memorie in haar geheel volgen. Zij strekt ten bewijze dat v. d. S. letterlijk op alles zijne aandacht vestigde. M E M O R I E. Met het graven van het kanaal of Molenvaart van Valkenbosch door de duinen naar Hanenburg, op last van wijlen Z. M. Koning Willem II, onder mijne directie uitgevoerd, is men in September 1845 begonnen en was in ’t laatst van 1846 voltooid. Gedurende het graven, maar vooral bij de voltooiing was deze vaart buitengemeen vischrijk, maar nauwlijks was de stoommolen in werking, of de visch verminderde en verdween. Algemeen is het bekend dat de visch naar nieuw gegraven water trektmaar ook de sedert vele jaren vischrijke wateren van de Buitenplaats Eikenduinen, waarvan de Baron van Doorn van Westkapelle te dier tijd bewoner was, betuigde mij dat ook de visch, sedert het malen van voornoemde Molen, uit de wateren van Eikenduinen was verdwenen. Ook werd mij door eenige Moestuinders, bewoners langs de Loosduiner vaart, berigt, dat ook de visch in gemelde vaart, sedert het malen van genoemde molen, zeer verminderd was. Dit bragt mij op het denkbeeld dat wellicht de oorzaak lag in het vervuilde of bedorven water der gasfabriek, hetwelk door de trekking van den molen daar heen geleid wordt. Dit mijn vermoeden schijnt niet ongegrond, daar ik later ontdekte dat bij gelegenheid het Maaswater door

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1898 | | pagina 316