137
JAN VAN WASSENAER.
voor
aan-
lichaem
bee- van
in 1500 in ’t gevolg van koning Philips van Castilie
en maakte deel uit van het gezantschap in 1507 naar
Venetië gezonden, aan welks hoofd stond zijn oom
Lodewijk van Halewijn, Heer van Tiennes, Stadhouder
van den Koning van Frankrijk in Picardië. Vervolgens
begaf hij zich in dienst van Keizer Maximiliaan. bij
wiens troepen hij zich bijzonder onderscheidde in 't beleg
en de inname van Padua. Na ’t eindigen van dien krijg
tegen Venetië in Holland teruggekeerd, huwde hij met
Josyne, dochter van Graaf Jan van Egmont, Stadhouder
van Holland. Onrustig van aard ging hij weder spoedig
de Oost-Friezen, Gelderschen en Utrecht bevechten. In
1516 werd hij aangesteld tot Stadhouder van Friesland,
’t welk hij met behulp van den bekenden Joris Schenk
van Toutenburg na veel moeite onder ’t gezag van den
Keizer terug bracht, ’t geen hem evenwel tevens ’t leven
koste. Bij ’t beleg van Sloten door een kogel in den
arm gekwetst, werd de wond door hem veronachtzaamd,
en overleed hij te Leeuwarden den 4 December 1523
in den ouderdom van 40 jaren.
De tresoriersrekeningen van Haarlem bevatten
zoover het die stad betreft eenige merkwaardige
teekeningen aangaande zijn uitvaart, en wel:
•1523 fü. 73 vso.” Op onser liever Vrouwen dach con-
ceptio den viij'’" dach in Decembri A° xvc xxiij tsavonts
omtrent zeven uuyren zoe Is God betert, dat dode
van de Edelen Wailgeboeh vromen heeden
Wassenaire wyens ziele God genadich zy,
Zift o. a. van Leeuwen Batavia Illustrata. 1170 e. v.; Merula. Plae.
en Ordon. over de Wildernissen. 15; Schwartzenberg, Charterbeek van
Friesland II. pag. 137. 139. 141 (hierbij te raadplegen Goudhoeven,
pag. 137, 572. 587). 458. 459 (testament van 1522), Oudheden van
Friesland, 2e deel. pag. 567.