147
IETS OMTRENT DEN HAAG, ENZ.
„in natura” ten Hove geleverd
de grafelijkheid verschuldigd, werd
tr 5 sch. 7 d. opgebracht door elf
waarvan een uptenveen, twee supra gheest en
der meente te Eykendunen, waaruit men zou
kunnen afleiden dat de buurt van Eikenduinen toen
meer bevolkt was dan de onmiddelijke nabijheid van
bijna uitsluitend uit landlieden schijnen bestaan te
hebben, die niet bij machte waren tot het gerief der
hofhouding bij te dragen, want, niet alleen dat, blijkens
de rekening van Vrederic, den rentmeester van al
Zeeland over 1318/19, allerlei eetwaren ten behoeve van
mire vrouwen uit die provincie naar den Haag moesten
worden gezonden, en zelfs uit Brugge eene prouvanche
van tarwen, van crude, van olie, van olive, van suker,
van wasse, fighe, roysine ende van alrande crude, dat
■men in hare herberghe behoufde in die vastene ontboden
werd, maar ook artikelen van meer alledaagsch gebruik
waren toen alhier niet te bekomen. Bij een herstelling en
gedeeltelijke verbouwing van het slot in den winter van
1314 op '15 wordt slechts een betrekkelijk gering aantal
leijnaghelen vermeld als in den Haag aangekocht. Alle
andere materialen, als steen, hout, kalk, leien enz. moesten
elders, te Botterdam, te Dordrecht, in den Briel, te Utrecht
worden aangeschafc, zooals blijkt uit de verantwoording
in de rekening van bovengenoemden Enghebrecht.
Uit de opbrengst van belastingen in diezelfde reke
ning verantwoord, blijkt overigens dat destijds door
den Haag in de lentebede werd opgebracht de som
van 5 5 sch. en in de herfstbede niet meer dan
41 sch., hetgeen minder bedroeg dan door verschillende
omliggende plaatsen, als b.v. Wateringen, Voorschoten
of Monster werd voldaan. De koorntienden in den
Haag geheven, werden
wegens huren aan
een bedrag van 10
huurders,
acht van